(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De naam Jack Herer is bij veel cannabis liefhebbers bekend. Omdat ze de wietsoort met die naam kennen; een van de beste Sensi Seeds kruisingen ooit, door Bedrocan als Cannabis Flos op de markt gebracht. Of omdat ze de man kennen naar wie deze soort is vernoemd. Meer over deze cannabis legende, die ook niet altijd even brandschoon was in de strijd met de autoriteiten zo blijkt…

Aanjager cannabisactivisme in de eighties

Jack Herer (1939-2010) was een Amerikaanse cannabis-activist en auteur van The emperor wears no clothes. Dit boek verscheen sinds 1985 in verschillende talen en speelde een grote rol bij de opleving van het cannabisactivisme in de VS in de jaren tachtig en negentig.

‘The Emperor of Hemp’ of kortweg ‘Hemperor’, zoals zijn eretitels luiden, was goed bevriend met Ben Dronkers. Samen met mede-Amerikaan Ed Rosenthal overtuigde Jack de Rotterdammer ervan om een museum over cannabis te openen in Amsterdam. En zo geschiedde.

Jack Herer met zijn boek ‘The Empero’ op henneppapier, bij High Times Cup 1995 in Amsterdam [Foto: Derrick-Bergman]

Van hippie-hater naar hennep-promoter

Herer was een beer van een kerel, een voormalige Republikein die hippies en mensen die zich druk maakten om het milieu en de oorlog in Vietnam haatte. Dat veranderde radicaal toen hij in 1969 een blowend vriendinnetje kreeg, die hem kennis liet maken met cannabis. Een cruciaal keerpunt in zijn leven.

In 1972 ontdekte Herer dat je meer met de plant kan doen dan alleen oproken. Het is ook een grondstof, met een lange geschiedenis en letterlijk duizenden toepassingen. Internet bestond nog niet, dus Herer moest op de ouderwetse manier onderzoek doen, in bibliotheken en archieven.

De informatie die hij verzamelde belandde inThe Emperor wears no clothes, dat uitgroeide tot bijbel van de Amerikaanse hennep- en wietbeweging. Via het boek kwamen de verhalen over de geschiedenis en mogelijkheden van hennep als milieuvriendelijke grond- én brandstof terecht in duizenden tijdschriften en ontelbare artikelen op internet.

Discussie over cannabis doordrenkt van politiek

Harry J. Anslinger van het Federal Bureau of Narcotics was het eerste opperhoofd in de Amerikaanse oorlog tegen cannabis. Hij speelt een hoofdrol in Herer’s boek. Hij is de kwade genius, die niet alleen wiet om te roken, maar ook industriële hennep te vuur en te zwaard bestreed. Om de belangen van de papier- en kunststofindustrie te beschermen en uit puur racisme, meende Herer.

Chris S. Duvall noemt ‘The Emperor’ het invloedrijkste boek over cannabis, in zijn eigen boek The African Roots of Marijuana (2019). Duvall is professor geografie en milieuwetenschappen aan de universiteit van New Mexico. Niet dat Duvall ‘The Emperor’ een goed boek vindt. Hij noemt het ‘even slecht geresearched als veelgelezen’.

De meeste boeken over cannabis ‘zijn geschreven door auteurs die politieke argumenten voor of tegen het verbod op de plant voor het voetlicht willen brengen’, schrijft Duvall. Ze ‘laten politieke pleitbezorging zien, meer dan verlangen om kennis op te bouwen en aannames over het verleden te toetsen’.

Onsmakelijk en wereldberoemd citaat Anslinger klopt niet

Daar wringt ook bij Jack Herer de schoen. Harry J. Anslinger speelde een grote rol bij de invoering van het Amerikaanse verbod op cannabis in de jaren dertig. Maar Herer legt hem woorden in de mond, die hij nooit heeft gebruikt. Zoals dit beruchte racistische citaat:

‘Marijuana makes the darkies think they are as good as white men’

Anslinger heeft dit nooit gezegd, betoogt Duvall. ‘Deze onsmakelijke woorden zijn in 1985 opgeschreven door een pro-cannabis activist, maar circuleren nu zonder terughoudendheid als direct citaat van Anslinger in bronnen als het tijdschrift Rolling Stone, het wetenschappelijke boek Race and the Black Male Subculture en het wetenschappelijk vakblad Kansas Journal of Law and Public Policy.’

Wietverbod geen Amerikaanse maar Afrikaanse uitvinding

Je kunt hier je schouders over ophalen, of het afdoen als leugentjes om bestwil van Herer. Maar dat is mij te makkelijk. De feiten zijn erg genoeg, die hoef je niet aan te dikken met verzonnen citaten. Niet voor niets is het motto van de VOC lobby-werkgroep: Niet pleiten maar feiten.

Duvall wijst er op dat het Amerikaanse politie- en justitieapparaat al lang vóór Anslinger doordrenkt was van raciale vooroordelen. En, schrijft hij:

‘De wortels van het wereldwijde cannabisverbod liggen in het Afrika van het begin van de twintigste eeuw, niet bij Amerikaanse bureaucraten. Cannabis verscheen voor het eerst in een internationale drugscontrole-verdrag, de Internationale Opiumconventie van Genève van 1925, omdat Zuid-Afrika en Egypte daar om vroegen. En de wereld ging daar in mee.’

Jack Herer vs Harry Anslinger

De koloniale regimes in Zuid-Afrika en Egypte hadden cannabis al rond 1870 verboden, toen Anslinger nog geboren moest worden. Dat deden die regimes, aldus Duvall, ‘vaak in expliciet racistische termen en voornamelijk om de arbeiders die de belangrijkste gebruikers waren onder controle te houden. De wereld paste zich aan de koloniale Afrikaanse ideeën over cannabis aan.’

Was Harry J. Anslinger een klootzak en een racist? Ja. Maar hij was niet de uitvinder van het wietverbod.

Was Jack Herer een fantast die zijn beroemde boek uit zijn duim heeft gezogen? Nee. Maar hij is wel erg losjes met de feiten omgesprongen.

De werkelijkheid is nu eenmaal rommelig en complex, niet zwart-wit en simpel.

(advertentie)