- Australiërs testen hoe het zit met cannabis (THC) en autorijden
- Wij willen Nederhasj én fair trade buitenlandse hasj!
- Jawel: buitenwiet test 2025 is begonnen! Bij deze…
- Cannabis 2.0? Bekend onkruidplantje blijkt ook psychoactief
- Terp Inspector ‘inspecteert’ wietparadijs Thailand
- Wietproef begint nu echt – wat kan Nederland leren van Canada?
Wat suikers voor wietplanten doen & wat het glucose-gehalte betekent 🍭

Gisteren schreven we over Sloveense wetenschappers en hun spectaculaire onderzoek. Zij legden wietplanten letterlijk aan een suiker-infuus, en oogstten daar 31 indrukwekkende procenten meer wiet door! Maar waarom werkt dat eigenlijk? En hoe belangrijk zijn suikers eigenlijk voor wietplanten?
Zoals alle planten maken ook wietplanten door fotosynthese suikers aan. En dat doen ze niet omdat wiet daar zo lekker zoet van wordt, als je dat dacht. Nee, wietplanten maken de suikers (glucose/sucrose), omdat ze die nodig hebben om te kunnen groeien en bloeien.
Het belang van het suikergehalte is dus groot. Je kunt het percentage ook meten, en het geeft je een goede indicatie van de gezondheid van een wietplant.
Wietplanten aan een suiker-infuus? 💉
De Sloveense onderzoekers uit het artikel van gisteren wisten dat maar al te goed. Door extra suikers rechtstreeks in de stam te injecteren, gaven ze hun planten een enorm voordeel in de competitie om bouwstoffen.
De toppen kregen ineens een overvloed aan brandstof, wat resulteerde in dikkere, zwaardere toppen met meer cannabinoïden. Het droge gewicht nam met maar liefst 31% toe, en het cannabinoïdengehalte zelfs met 34%! Indrukwekkende cijfers!
Toch hoef je geen infuus te gebruiken om te profiteren van de groeikracht van suikers. Al zijn er relatief maar weinig kwekers die het suikergehalte in hun wietplanten meten, of daar überhaupt op letten. Dat is een gemiste kans, want een wietplant met veel suikers in de sapstroom groeit beter en bloeit beter.
Dat niet alleen want een hoog suikergehalte zorgt ook voor betere weerbaarheid tegen allerlei ziektes en plagen. Het suikergehalte is dan ook een goede indicatie voor een grote opbrengst, dikke toppen, veel THC en een heerlijke smaak.
Waarom? Omdat suiker de brandstof is voor zowat alle processen in je wietplant.
💡 De brix-waarde meten: Niet iedereen weet het maar je kunt de hoeveelheid suiker in je wietplanten meten en beïnvloeden. Je meet het met een zogeheten refractometer. Digitale refractometers zijn vrij prijzig maar een analoge refractometer heb je al voor een paar tientjes. Zulke meters worden bijvoorbeeld ook gebruikt door wijnboeren, om het suikergehalte van hun druiven te meten.

Foto: CEPTAP, Shutterstock
Wietkwekers kunnen het suikergehalte van het sap uit hun bladeren ook meten met een refractometer. De suikers in het sap van wietplanten, bevatten daarnaast ook andere stoffen zoals mineralen en kleine hoeveelheden metalen.
Zo’n glucose-meting kan daarom ook gebruikt worden om een indicatie te geven van het totaal aan opgeloste stoffen. En daarmee de algehele gezondheid van de wietplant. Maar waarom is het suikergehalte in het sap van een wietplant eigenlijk zo belangrijk?
Hoe wietplanten suiker gebruiken 🧁
Wellicht denk je dat een hoog suikergehalte voor zoet smakende wiet zorgt. Dat is zeker waar maar niet omdat er nou zoveel suiker in de toppen zit, als je die rookt.
De wietplant gebruikt de suikers echter wel zélf, om te kunnen groeien en bloeien. Hoe meer suikers ze daarbij tot haar beschikking heeft, hoe meer plantmassa, cannabinoïden en terpenen ze kan produceren.
Suikers zorgen dus indirect voor zoetere wiet, en voor een gezondere plant die meer opbrengt.
Terwijl wietplanten groeien, is er een constante strijd om de beschikbare suikers gaande, tussen alle plantendelen. Hoe meer alle onderdelen verbruiken, hoe meer suikers er nodig zijn om de plant gezond te houden.
Door de suikers in het sap van de bladeren te meten, kun je de efficiëntie van de fotosynthese inschatten. En daarmee krijg je een idee over de gezondheid van je plant. Want hoe gezonder een wietplant, hoe meer suikers er in het sap zitten. Klinkt logisch toch?
Suikers (aka brix) meten met een refractometer ⚖️
Zogezegd zijn digitale refractometers voor de meeste thuiskwekers een beetje aan de dure kant. Ze kosten ongeveer 400 euro. Een analoge refractometer heb je echter al voor een paar tientjes.
Ze zien eruit als een soort pen. Maar voordat je ze kunt gebruiken dien je ze eerst te kalibreren met suikerwater. Hoe je dit moet doen lees je in de gebruikshandleiding.
Na het kalibreren kun je het suikergehalte of brix-gehalte van het sap van je wietbladeren meten. Het suikergehalte varieert tussen de verschillende plantendelen, en een jong blaadje bevat doorgaans meer suiker dan oudere bladeren.
Neem daarom een van de grootste schutbladeren, nadat die meerdere uren licht heeft gehad. Maak een bal van het blad, en pers 3 tot 4 druppels sap op de refractometer. Hou de meter dan tegen het licht, en gebruik de kijker om de contrastlijn te zien en het brix-gehalte af te lezen.
Meet bij 20 graden Celsius, en meet altijd op hetzelfde moment op de dag om een goede meting te verzekeren. Voer per keer meerdere metingen uit, om een goede indicatie te krijgen van het suikergehalte in het blad.

Om het suikergehalte te meten, gebruik je 3 tot 4 druppels sap uit een van de grote schutbladeren. Foto: CanniGrow, Shutterstock
Wat betekent de brix-waarde? 📊
Nu je weet waarom het suikergehalte belangrijk is voor wietplanten, hoef je alleen nog te weten wat de meting eigenlijk zegt. Heel kort door de bocht komt het erop neer dat een lage brix-waarde slecht is en een hoge brix -waarde goed.
Een gemiddelde brix-waarde voor wietplanten ligt tussen de 12 en de 20. Meet je dus een brix-waarde van 15, dan weet je alvast dat je wietplant in ieder geval niet afwijkt van de meeste andere wietplanten. Een lage brix-waarde ligt onder de 12, en als je het heel goed doet kom je op een brix-waarde van 20 of hoger.
⚠️ Lage brix-waarde (onder de 12): Planten met een brix-waarde onder de 12 zijn meestal niet gezond, of hebben misschien een ziekte of een plaag onder de leden. Een lage brix-waarde betekent meestal ook een hoger gehalte aan nitraten, wat betekent dat de suikergehaltes automatisch lager zijn. Zo’n meting geeft ook aan dat er tekorten zijn van andere mineralen, en je plant een verlaagde weerstand heeft.

Foto’s: Svarun, Suravudin / Shutterstock
Een gemiddelde brix-waarde ligt zogezegd tussen 12 en 20 en houdt in dat de plant het goed maakt. Zo’n plant is ook gezond genoeg om het gehalte aan suikers te gaan opvoeren, zodat topoogsten gehaald kunnen worden.
Meet je een brix-waarde tussen de 20 en 30 dan ben je geweldig bezig. Een plant met zulke hoge suikergehaltes is supergezond en groeit doorgaans sneller, produceert beter en heeft de beste kwaliteit wiettoppen.
Is de plant nodig voor de productie van zaden, dan zullen de zaden doorgaans ook veel beter van kwaliteit zijn, eerder kiemen en een hoger kiemgehalte hebben.
Het suikergehalte verhogen 🍬
Het meten van het suikergehalte, en interpreteren van de brix-waarde is één ding. Maar als je niet weet hoe je het suikergehalte daarna kunt beïnvloeden heb je er ook weinig aan.
Dus hoe zorg je ervoor dat je plant meer suikers krijgt? Om te beginnen moet je weten dat de fotosynthese voor de productie van suikers zorgt, en voor de fotosynthese is licht nodig. Hoe meer licht, hoe meer glucose er ook door de ‘aderen’ van je wietplant stroomt!
Een goede kweeklamp, passende bij de kweekruimte is dus cruciaal. Daarnaast spelen vele andere factoren een rol. Dit zijn eigenlijk de bekende kweekfactoren, die we op CNNBS zo vaak met je doornemen.
Het juiste vochtgehalte in de grond draagt bijvoorbeeld bij aan een hoger suikergehalte. Maar ook een gezond bodemleven, voldoende beschikbare mineralen (voeding) en nuttige schimmels. Deze kweekfactoren helpen allemaal mee om de suikerproductie op te voeren. Alles moet in balans zijn voor de beste resultaten.
🍯 Melasse voor het bodemleven: Je kunt letterlijk suikers toevoegen aan het bodemleven door middel van melasse als je compostthee gaat maken. Melasse is een bijproduct uit de suikerverwerkende industrie. Compostthee is goed voor groeiende en bloeiende wietplanten, maar als je het vlak voor, en in de bloeifase geeft, voer je de distributie van suikers naar de toppen lekker op.

Foto: Krisana Antharith, Shutterstock
Een andere veel gebruikte methode die het suikergehalte verbetert, is door wietplanten te ontbladeren. Bladeren maken namelijk niet alleen glucose door fotosynthese, ze verbruiken de suikers zelf ook weer. Door strategisch te ontbladeren, kun je meer suikers naar de toppen alloceren.
Als je gaat ontbladeren moet je echter wel weten wat je doet, want te veel bladeren weghalen kan ook voor stress zorgen en de fotosynthese juist vertragen. Wil je het op safe spelen, haal dan alleen de onderste bladeren weg.





































































