- World Soil Day: onze beste kweekartikelen over aarde
- Video: introductie in kweekmediums | aarde, kokos en hydrologische bodems
- Wat zeggen de experts over zes jaar legale wiet in Canada?
- Bubba Diesel van dichtbij & gezonde stekken en zaailingen
- CannaTommy vindt opnieuw schimmel in zijn Bedrocan wiet
- Aftellen naar hét cannabis congres van 2024, op een iconische plek
Marokkaanse wietgeschiedenis: Sidi Heddi en de Heddawa
De geschiedenis van cannabis en de relatie van de mens met de plant is rijk aan prachtige verhalen en legendarische figuren. Neem Sidi Heddi, stichter van de Marokkaanse religieuze broederschap de Heddawa en beschermheilige van de wietrokers.
Blowende monniken
Sidi Heddi leefde aan het einde van de achttiende eeuw en was een maraboet, een soort ascetische islamitische monnik. Voordat hij zelf cannabis rookte, was hij een fel tegenstander van de plant, die andere maraboets vaak gebruikten om het mediteren en bidden te vergemakkelijken.
Volgens de overlevering wist Sidi Wani, een cannabis rokende maraboet, Sidi Heddi op een dag te overtuigen om het zelf ook eens te proberen.
Wat er toen gebeurde, is door Ira Cohen beschreven in het Amerikaanse underground tijdschrift The East Village Other uit 1968. De Nederlandse vertaling staat in het ‘Het Moederkruid’, een van de boeken over wiet van Simon Vinkenoog.
Drie keer trekken
“Bij de eerste trek vergat Sidi Heddi alles dat hij ooit wist. Daarop zei Sidi Wanis tegen hem: ‘Je kennis die je door zo hard te werken verkregen hebt en die je kwijt raakte door één trek aan mijn waterpijp is geen ware kennis’.
Toen Sidi Heddi aan Sidi Wani vroeg hem de vrijheid te leren die nooit verloren zou kunnen gaan, gaf Sidi Wanis hem de pijp weer aan. De tweede trek bracht Sidi Heddi naar een nog lagere staat van terug waar hij zich totaal verloren voelde.
Maar bij de derde trek werd Sidi Heddi naar een hoogte gevoerd die hij voordien nooit bereikbaar geloofd zou hebben. Het was sindsdien dat Sidi Heddi de wereld de rug toekeerde en het ware pad betrad.”
‘Meest toegewijde kief-minnaars ter wereld’
Cohen baseerde zich op het werk van René Brunel, een Franse ambtenaar die in 1955 een boek publiceerde over Sidi Heddi en de Heddawa. Na zijn “bekering” tot cannabis richt Sidi Heddi zijn broederschap op.
Het roken of eten van cannabis is verplicht en de broeders dragen hun haar lang, gaan gekleed in vodden en lopen op blote voeten. Als we Ira Cohen’s bloemrijke artikel uit 1968 mogen geloven tenminste. Hij noemt de Heddawa “de meest toegewijde kief-minnaars (kyyafa) ter wereld”.
Duidelijk is dat de Heddawa non-conformisten waren. Ze leefden celibatair en in armoede, veel Heddawa bedelden en ze gebruikten heel veel wiet.
Voorkeur voor hasj uit Ketama
In zijn fascinerende boek ‘The African roots of marijuana’ (2019) schrijft de Amerikaanse geograaf Chris S. Duvall: ‘De broeders rookten enorme hoeveelheden kif en ze beïnvloedden mensen buiten hun orde om de drug te proberen. Zo gaven ze mede vorm aan de Marokkaanse landbouw. Cannabis werd een acceptabel gewas toen Heddi en andere maraboets het een acceptabele drug maakten.’
De Heddawa hadden een voorkeur voor cannabis uit Ketama, de stad in het Rif gebergte die synoniem is geworden voor hasj. Ketama en andere stadjes in de regio gaven rond 1800 jaarlijks honderden kilo’s wiet aan de broederschap.
‘Onze broeders uit Ketama zijn intelligente mensen,’ zeiden de Heddawa, ‘zij kappen het bos om kif te planten voor ons’. In 1805 overleed Sidi Heddi, maar de Heddawa bleven bestaan. Een eeuw later was het de tiende Islamitische sekte van Marokko.
Inhaleren uit de heilige pijp dwaya
De zawiya van de Heddawa, een soort klooster, bestaat nog steeds en is in 2022 helemaal gerenoveerd. Je kunt er het graf van Sidi Heddi bezoeken, met naast hem zijn vriend en discipel Sidi Muley Jaib Er-Reddan.
Deze Spaanse blogpost bevat veel informatie over en foto’s van deze plek, die ik zelf nog ooit hoop te bezoeken. Ik ben benieuwd of de pijp van Sidi Heddi er nog te zien is.
Die pijp wordt als een reliek in het klooster bewaard, schreef Ira Cohen in 1968. ‘Het is een soort pijp die niet vaak in Marokko gebruikt wordt, dwaya genaamd, gemaakt van een lange houten steel – langer dan twee meter – die bevestigd is aan een lange stenen pijpenkop waar een pond vers gehakte kief in kan. Elke Heddawi heeft het voorrecht een trek te inhaleren uit deze heilige pijp, die gezien wordt als een deur naar de heiligheid.’