(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Deze week trad de Haarlemse burgemeester Bernt Schneiders (PvdA) toe tot het Gilde der Keutel-intrekkers. Hij is de zoveelste burgervader die na een hoop grote woorden over de noodzaak van gereguleerde cannabis toch geen enkele concrete stap zet. VOC-voorzitter Derrick Bergman zet al dit soort helden eens in een stikheet zonnetje…

Haarlemse wiettuin

‘Legale Haarlemse wiettuin nog brug te ver’, vatte De Telegraaf  het nieuws samen. Schneiders schrijft in een brief aan zijn gemeenteraad dat er op dit moment geen ruimte is ‘in het politieke klimaat in Den Haag’. Alsof dat nieuws is. Hoe anders klonk de burgemeester in november 2014, toen de gemeenteraad een motie aannam om een kweek-experiment te beginnen in de stad.

Bernt_Schneiders_Foto_Wikimedia

Burgemeester Bernt Schneiders maakt weinig tot niets waar van zijn mooie wietpraatjes… [foto: Wikimedia]

Schneiders zag toen mogelijkheden voor een gemeentelijke wiettuin in de Stadskweektuin, waar particulieren vijf wietplanten zouden kunnen telen. ‘Een fantastische inkomstenbron voor de gemeente’, aldus Schneiders. Dat gaf hoop toen hij voorzitter werd van de commissie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) die een nota over regulering ging schrijven.

Cannabis social club

Die nota ligt er inmiddels en blij word je er niet van. Geen woord over thuisteelt en vooral heel veel regels en repressie. En nu trekt Schneiders dus ook nog zijn keutel over een gemeentelijke wiettuin in. Hij verschuilt zich achter Den Haag en zelfs achter ‘internationale verdragen’, alsof hij nooit heeft gehoord van Uruguay, Canada, Jamaica, Colorado, Oregon en al die andere staten die ons voorbij hollen.

Als de Amerikaanse staten die vanaf 1995 medicinale cannabis gingen reguleren de mentaliteit van onze burgemeesters hadden gehad, was er nog steeds geen dispensary te vinden. Neem Utrecht, waar burgemeester en wethouders al in maart 2011 aankondigden dat zij ‘een eigen wietkwekerij’ wilde starten, gebaseerd op het cannabis social club model. Vijf jaar later is er nog geen stekje of zaadje de grond in gegaan.

Talk is cheap, zoals Amerikanen zeggen. En aan woorden geen gebrek bij de burgemeesters

Talk is cheap, zoals Amerikanen zeggen. En aan woorden geen gebrek bij de burgemeesters. Zo noemde Paul Depla, burgemeester van Breda, het gedoogbeleid deze week ‘in alle opzichten compleet failliet’ en ‘zo’n beetje het slechtste van alles‘. Als burgemeester van Heerlen liet Depla een 52 pagina’s tellende ‘business case regulering cannabis‘ opstellen, maar noch in Heerlen noch in Breda volgden er daden op de woorden.

Moed en lef?

Waar het aan ontbreekt is politieke moed en lef; dat is lokaal niet anders dan nationaal. Het verschil is dat een burgemeester relatief eenvoudig een lokaal, kleinschalig experiment kan starten, of minstens gedogen. Zeker als de gemeenteraad voorstander is, wat in vrijwel alle steden met coffeeshops zo is.

Paul_Depla_Cannabisdebat_TGC_Tilburg_08012016_foto_db_3044

Burgemeester Paul Depla van Breda en voorheen Heerlen weet ook van wanten als het gaat om praatjes vullen geen gaatjes… [foto: Derrick Bergman]

Als we beginnen te tellen bij het hartstochtelijke pleidooi van wijlen burgemeester Johan Stekelenburg van Tilburg voor regulering van de cannabisteelt in 1999, wachten we nu al zeventien jaar op concrete actie. Ze-ven-tien jaar.

Haagse besluiteloosheid

Eén burgemeester die de ban breekt is genoeg. Eén man of vrouw die het wél op een rechtszaak aan durft te laten komen. De kans is groot dat de rechter geen straf op zal leggen. Want ook de rechters zijn de Haagse besluiteloosheid meer dan zat.

Dat werd opnieuw duidelijk in een recent vonnis van de Amsterdamse rechtbank over een coffeeshopketen waar 45 kilo voorraad was gevonden. ‘Aan het feest van het rechterlijk pardon voor coffeeshophouders komt geen einde’, constateerde advocaat Maurice Veldman terecht. In het vonnis maakt de rechter gehakt van de smoesjes over internationale verdragen. Twee citaten:

‘De stelling dat het regelen van deze achterdeurproblematiek in strijd is met internationale verplichtingen betreffende cannabis, is meermalen bestreden door deskundigen, die beargumenteren dat er mogelijkheden zijn het gedogen van wietteelt te verantwoorden onder de internationale en EU-regelgeving.’

‘Een belangwekkend aspect daarbij is dat in andere Europese landen al sprake is van een dergelijke regulering. In de Verenigde Staten en Midden-Amerikaanse landen zijn activiteiten betreffende teelt, bezit en verkoop gereguleerd.’

Dus kom op burgemeesters van Nederland, toon eindelijk eens wat burgemeesterlijke ongehoorzaamheid! De grond in met die zaadjes!

[openingsbeeld: Tony Oshlick/Shutterstock]
(advertentie)